De drie dorpen
Heino – Lierderholthuis – Laag Zuthem zijn de drie Sallandse dorpen die op het grondgebied van de in 2001 opgeheven gemeente Heino liggen. Vereniging voor Heemkunde ‘Omheining’ wil de geschiedenis en het culturele erfgoed van deze dorpen en hun omgeving niet alleen bewaren maar vooral delen met zoveel mogelijk inwoners van de oude gemeente Heino en andere belangstellenden. Heeft u informatie die wij hierbij kunnen gebruiken? Kom dan op maandagmorgen tussen 10.00-12.00 uur naar ons verenigingsgebouw De Maelderieje.
Tijdens de ijstijd verdween alle begroeiing. Door de kale bodem konden zandstormen enorme hoeveelheden zand (dekzand genoemd) verplaatsen. Het fijnkorrelige zand verspreidde zich over het gehele gebied van Salland en vormde lagen van löss en leem. Deze leem- en kalkhoudende grond zorgde voor een redelijk vruchtbare bodem. Echter alleen op die plaatsen waar de waterhuishouding (de water aan- en afvoer) goed was. Het grofkorrelige zand (dat minder vruchtbaar is) stoof niet zover weg en vormde dekzandruggen. Bij Heino liggen deze langgerekt van Laag Zuthem naar de Strenkhaar en van Lierderholthuis naar de Wolthaar. In 1236 komt de naam ‘Van der Hayne’ voor het eerst voor in een oorkonde van de bisschop van Utrecht en hiervan is later de naam Heino afgeleid. Rond 1850 waren er vele molens. De eerste windmolen in de omgeving was de ‘Heinose Molen’. Deze stond aanvankelijk aan de Molensteeg, nu Molenweg, en behoorde bij havezathe de Bredenhorst. Tussen 1759 en 1780 werd de molen afgebroken en herbouwd aan de Nieuwe Wetering bij Lierderholthuis. Laag Zuthem is vooral bekend van de markante landgoederen Den Alerdinck en de Colckhof.
Bron: Canon van Heino, het boek ‘Het dorp aan de Oude Wetering’ over de geschiedenis van Lierderholthuis, geschreven door Leo Ogink en Ton Groot Beumer en ‘Heino, een geschiedenis van mens en plaats’ geschreven door Jan Bieleman.
Deze zijn bij Omheining verkrijgbaar dan wel in te zien.